Schakels
Toon
Kip! Zo, zo! Dat schranst hier. En ’k hap lucht. Geef me een riks.
Marianne
En wat zet ik in het huishoudboekje?
Toon
Hou jij ’n huishoudboekje bij?
Marianne
Nou en of! Daar ligt ’t.
Toon
(het openklappend) Zo, zo - wat enig. (leest) Kaas - ham - toe maar -Zalf? Smeer je die ook op de boterham?
Marianne
(lachend) Spijkerbalsem. Uw papa heeft zich bezeerd.
Toon
Spijkerbalsem! Hahah! Wanneer zal de ouwe z’n bijgeloof’ns afleren! - Transport piano. - Is dat ding vandaag gekomen? (zij knikt) Wat knus! (schrijvend) ... ’n Riks voor uw zoon Toon, die - honger heeft.
Marianne
(een rijksdaalder gevend) Op uw verantwoording.
Toon
(haar in de wang knijpend) Jij ben ’n toetje.
Marianne
(terugwijkend) Toe, meneer!
Toon
Als m’n maag niet zo knorrig deed - bleef ik ’n uurtje vrijen.
Marianne
Ik heb je nodig!
Toon
(jas aanschietend) Ik ben in ’n kwartier terug. Zeg je de ouwe - nee zeg maar niks. Dada! (weer terug) Als je al naar bed bent als ik terugkom: geen grapjes uithalen met wekken. - Ik word vanzelf wakker. Dada! (af door achterdeur)
Marianne
(legt de sokken in het handwerkmandje, opent de piano, speelt een paar vingeroefeningen. Pancras treedt door rechtse deur binnen, gaat genoeg
37