Herman Heijermans
PANCRAS
(aarzelend) Ik zal - ik zal met Henk...
Dirk
(korzelig) Bonjour!
Marianne
(die ’t laatste gehoord heeft) Had u ruzie?
Pancras
Ruzie? Nee. We dee‘n wat huiselijk, m’n zoon, m’n schoonzoon en ik. (de bouillonkoppen bedoelend) Neem maar weg!
Marianne
(de telefoonkruk voorzichtig aanvattend) Zou... ik even? ...
Pancras
Wou jij telefoneren?
Marianne
De kippen zijn er nog niet.
Pancras
Toe dan maar.
Marianne
Meneer Henk wil niet dat ik voor ’t huishouden...
Pancras
Poe-poe! (zelf bellend): Geef me kok effe. Kok, de Poelier. Zeg op van je kippen!
Marianne
Vraagt u ’m waar ze blijven... en zeg ’m...
Pancras
(sprekend) Hallo... Met Kok (de boekhouder komt halfluisterend in de deuropening) Zeg kok waar blijven mijn kippen - Met wie je spreekt! - Duif! Pisjeou! Dm-düi-üif. De duif vraagt waar de kippen blijven, hahaha! Dadelijk? - Dadelijk zegt-ie...
Marianne
Zeg u ’m dat-ie er alles in laat.
Pancras Wat alles.
Marianne
De magen en de levertjes.
OQ