Herman Heijermans werd geboren in 1864. Op zijn zevenentwintigste besloot hij zijn leven drastisch te veranderen. Zijn ambitie om schrijver te worden bleek groter te zijn dan het verlangen om zijn hele leven handelaar in huishoudelijke artikelen te blijven. Heijermans schreef romans, kort proza en een groot aantal toneelstukken. Uit veel van zijn werk blijkt een grote sociale bewogenheid. In zijn eigen tijd waren de critici nooit echt enthousiast. Niet voor niets liet Heijermans zijn stukken altijd op kerstavond in première gaan, dan waren er in ieder geval een aantal voorstellingen gespeeld voordat de recensies verschenen en kon de mond-tot-mondreclame haar werk gedaan hebben. Toch oogstte hij veel succes in binnen- en buitenland en nog altijd wordt hij beschouwd als één van de belangrijkste Nederlandse toneelschrijvers. Zijn belangrijkste toneelstukken zijn: Op hoop van zegen (1900), Schakels (1903), De opgaande zon (1908), Eva Bonheur (1916) en De wijze kater (1917). In 1924 verscheen zijn laatste werk, de roman 'Droomkoninkje'. In datzelfde jaar overleed hij.
De hoofdpersoon in Schakels is de weduwnaar Pancras Duif. Een eenvoudige, hardwerkende man, die zich heeft opgewerkt van kleine smid tot eigenaar van de fabriek De Schakel. Hij heeft de leiding van de fabriek overgedragen aan zijn zoon Henk. Pancras zelf wordt verliefd op zijn huishoudster Marianne. Als hij besluit om met de veel jongere vrouw te trouwen, protesteert de hele familie. De zoons Henk, Jan en Toon en dochter Coba met haar man Dirk doen alles om te voorkomen dat het huwelijk doorgaat, bang als zij zijn voor het verlies van het familiekapitaal. Ze gaan zelfs zover dat ze de psychiater dr. Van Rijn de opdracht geven hun vader te onderzoeken. De strijd tussen vader en kinderen ontwikkelt zich: gaat het huwelijk door en hebben Marianne en Pancras een toekomst of winnen de hebzuchtige kinderen en blijft Pancras eenzaam en verbitterd achter?