Herman Heijermans
Arbeider
(verlegen) Weet ik niet, meneer... (staat op)
Henk
Bouillon! Toe maar -
Pancras
Jacob... Zo Henk, dat is...
Henk
(ingehouden)
Jawel, papa. (aj)
Pancras
Poe - Poe! - M’n zoon.
Arbeider
Was die meneer jouw...
Pancras
Ja - de direkteur. Ik ben sinds ’n paar maanden - uh - uh - (tot boekhouder, die binnenkomt) Wat ben ik Jozef?
Boekhouder Wat u bent?
Pancras
Ja! Ja! Wat ben ik van de zaak? Nou!
Boekhouder
(kregel) Gedelegeerd kommissaris...
Pancras
Begrepen? Gedelegeerd kommissaris! Geef ’s vijfentwintig gulden, Jozef - ik heb verdomme geen cent op zak! (boekhouder belt) Wat doe
ie?
Boekhouder
Aan de kas vragen, meneer.
Pancras
Heb jij geen kontanten?
Boekhouder
Nee, meneer. Dat loopt tegenwoordig over de kleine kas.
Pancras
Kleine kas!
16