Saltimbank

6₉

Joep (de draperie sluitend). Nee! Suscht! Uit laten huilen! Arme blieksem! Twee jaar geleden ein pracht van ein artist — saltomortales te paard — luchtsprongen — 'n gage zoo gróót as-ie wou —- en nou — en nou — ein kadaver — op de koop toe genomen — enkel om Fun d’r mooie beinen.

Jim [arm- en beenbewegingen makend om zich te lenigen) .... Een man die trouwt is, een kuiken — 'n great kuiken — ^yn stupid ass — As jij niet trouwt as ik, krijg jij love-letters every minute één, every halve minute een (met een stoel manoeuvreerend) — an every vinger heb ik twaalf wifes, blonde wifes, dark wifes — an every teen nog is twaalf girls, dikke girls, dunne girls, nice girls. As zij je niet krijgen kennen, willen zij zich verdrinken en as zij je wèl krijgen, klagen zij dat zij zich niet verdronken hebben. As ik straks dood val, heb ik geen widow, geen children, but a dozen, twee dozen honeymoon, twee dozen gebroken hearts, twee dozen kranzen op mijn kist. As ik ’r aan denk mot ik huilen. What the deuce heeft een man te trouwen ? Ga jij eens op die stoel zitten, dan zal ik jou honderdmaal in die lucht steken....

Joep. Dank je.