DAGERAAD
ZEVENDE TOONEEL
DE VORIGEN ADAM
ADAM (tot Lukas)
Wat} is dat? Schreeuw jij zoo? Ben jij 't, Pioen?
Zoo laat nog op het pad?.. Dag Reus.. Dag Wolf.. LUKAS Blijf, vader, waar je was....
WOLF
Nee, blijf maar hier: Voor ’n óüwen kameraad, is ’t geen geheim!
Hij kent 't vak langer dan een van ons,
Is er in opgegroeid.... Hoe moet het, Luuk?
*k Heb ook 'n vader — ook een met grijs haar,
'k Heb kindren en m'n vrouw mot in de kraam —
En 'k raak de spullen, die ik vorm en draai Nog enkel kwijt voor d’ inkoopprijs van 't hout....
'k Was driemaal met mijn manden op de markt,
En heb verkocht — en ben nou zonder brood,
Omdat 'k geen splinter hout meer in kan slaan.... REUS
En ik? Al had ’k twaalf handen aan mijn lijf,
Al wurmde mee m’n vrouw en 't heele nest:
Ik haal geen dagloon in een vólle maand!
Ik vraag wat ’k vroeger kreeg voor een dozijn —
Zij geven voor datzelfde geld een grós!
'k Had nog voor maanden ’s Zondags schapevleesch — Nou vreten we droog brood, met mondjesmaat. ...
*k Ben van de week, gebogen als 'n slaaf
In 't dal geweest — daar waar jouw werkplaats staat, —
Heb er mijn sterke spieren laten zien,
Heb er mijn arbeidsknuisten ook getoond —
En heb gebedeld om een plaats, Lukas____
Er was er geen, 1t Was alles al bezet —
Ik kon weer naar mijn leege hut toegaan,
En kegels draaien, die ik niét verkoop!. .. .
PIOEN
En hij vult zich z'n buik en lacht ons uit,
Hij loopt op werkdag in z’n Zonda gsbuis,
En sleept de duurste dingen naar z'n hut!
88