DAGERAAD
ADAM
Ga door!
Jij werkt in 't groot, maar 't meeste met je mond! RAKET
Vraag 't an Lukas, as je 't niet gelooft!
As ‘k duizend zeg, dan sla ik nog 'n slag----
Kom maar eens kijken, nou het scheprad draait!
't Lijkt of de duivel in de wielen trapt,
Of-ie met kokend vet de assen smeert,
Of je z'n bokspoot in de spaanders ziet,
Die stuiven, vliegen door de werkplaats heen!
Nee, lach nou niet! 't Is waar wat ik vertel! n Boom zoo dik als ik m'n armen sprei,
Wordt als een boterham maar neergeleid En in een wip in blokken uitgezaagd,
'n Tweede rad staat klaar en jaapt zoo n blok In reepen als m’n pink en juist op maat.
Eer je je snuit met zeep gewasschen heb —
Ik vraag je: duurt dat lang? — is iedre boom Gespleten en gevierendeeld, gekeept —
En als een aardappel zoo dun gejast!
(neemt een soldaat op) Hier staat een man, die dan de bosjes rondt,
Daar een die met één enkle wenteling De hoofden vormt — daar een, die beenen splijt,
Daar een, die voor het ronde voetstuk zorgt,
Daar een, die half ze kleurt met blauwe verf,
Daar een — en dat ben ik — die d' onderhelft
Nog vlugger as de weerlicht doopt in 't wit____
Nou jij! Nou zit je met je mond gespalkt,
Of je me slikken wil met huid en haar!
ADAM
't Is knap. Dat dee ik zoo niet in mijn tijd.
Maar ’t hoofd is klein. Daar zit geen hersens in!
(lacht)
RAKET
Dat’s lak, Dat’s vitten, nou je niks meer weet!
Ik ken niet één soldaat, die hersens heeft,
BLINDE MARJOLEIN Met hoeveel menschen werken jullie daar?.
72