DAGERAAD
RAKET
Hoor je dat, sallemander, wijsneus, knaap?
Jij mist ze nog van achter èn van voor.
Hier heb je 'r één — da's twéé — nou hink je niet! Ik met m'n horrelpoot, heb weet *r van;
Ik ben geen evenmensch — ik kwam oneven.
Hier nóg een kies, als je soms pruimen wil.
4