DAGERAAD
ZESDE TOONEEL
DE VORIGEN RAKET WOLF REUS PIOEN DE MENIGTE
LUKAS
Ik dank je, vrienden....
PIOEN (in de kamer)
Hiep, hiep, hiep, hoera!
(de menigte juicht en dringt hem achterna)
RAKET
Wie draagt hem op z'n schouders rond? Vooruit!
Als ik het doe — ik met m’n manke been,
Glijdt-ie van mijn gesmeerde schoeren af!
WOLF (Lukas beetgrijpend)
Ik neem de eene helft!
REUS (Lukas oplichtend, die thans midden in de menigte in de hoogte zit)
En ik de rest!
LUKAS (schaterend)
Sta dan toch stil! ’kWord zeeziek, zevenspan!
PIOEN
Jij wordt door ons in 't zonnetje gezet,
Jij weergaasch-knappe baas, jij schobbejak,
Jij heksenmeester en jij goochelaar,
Die ons van *t vervloekt getrap verlost!
Jij wordt de eereburger van 't dorp,
En wie jou anraakt, an te k ij k e n durft,
Die krijgt met duizend armen hier te doen!
Heb ik ‘t, kameraden, goed gezegd?
(de menigte juicht)
WOLF
Schiet op! Wij dragen hem nou naar 't dal!
REUS
Wij dragen hem nou langs het slot voorbij!
Hij ’s een van óns! (Marjolein staat op de trap)
PIOEN
Weest stil! Hij vraagt het woord!
LUKAS
'k Wil zeggen, dat wat ook gebeuren mag,
64