10
kantonrechter: ’t pogen de twee partijen met elkaar te verzoenen... Aan de hand van deze biljets-doux, die inderdaad volkomen-correct zijn gehouden — en nergens de grenzen van 't geoorloofde te buiten gaan, kan enkel van verzoenende stappen sprake zijn... Kom, Godewijn, wees man... Zie de kleine afwijking door de vingers... Je heb mogelijk niet zooveel notitie van ’r genomen, als je moest, als je plicht als echtgenoot ’t voorschreef... Je laat je nu door je — door je gerechtvaardigde verbolgenheid — ’k zeg ’r niets tegen — in jouw plaats zou ’k precies zoo voelen! — leiden... Met wat toeschietelijkheid, humaniteit, vergevings-gezindheid, zul je morgen, overmorgen door de vingers leeren kijken..
„Nooit!” sprak de heer Godewijn, bolonzeker: ,/r staat zes, zeven maal van mekaar ontmoeten... Hij spreekt ’r aan met „liefste vriendin...” Ik laat ’t onder geen omstandigheden passeeren..
„Raad ik ze dat, beste Godewijn?... Is ’t woord me ontvallen?... Ik adviseer je uitsluitend den boog niet te sterk te spannen... ’t Is 'n goeie vrouw, ’n uitstekende, zacht-ge-humeurde..
„Ho, ho, asjeblief, je kent 'r niet!”
„... ’n Femme du monde Godewijn, een die je overal, in alle kringen, voorstellen kan... Zoo’n vrouw zal zich misschien 't hof laten maken, maar verder ... Jij houdt van ’r... Dat zie ’k aan je heele downe voorkomen... Niemand behalve ik is op de hoogte van de situatie... Ik spreek 'r met geen sterveling over... Kom, ’n elangante, vroolijke, jonge vrouw — tien jaar jonger dan jij — ’n vrouw met excellente karaktertrekken, mag je bij zulke weinig steekhoudende motieven, niet aan 'r lot over laten ...”
De cliënt, in peinzing voorover gezakt, ’n tweede Panatella, zichtbaar-kalmer smookend, antwoordde niet.
De advocaat, meer naar de lichtzij der lamp achterover geleund, stapelde ’t eene argument op 't andere.
„Scheiding, om welke oorzaken ook, Godewijn, geeft herrie, schandaal aan twee kanten. Wil je ’t bij onderling goedvinden doen — dan zul je zoo ridderlijk moeten zijn, om de aanvraag