HEIJERMANS
NEGENTIENDE TOONEEL
KONING KATER JONATHAN
KONING ’t Is een gruwel!
KATER Misselijk, schandalig!
KONING En je vergist je niet, Angorensis?
KATER Hans, weet ik wat een kat is?
JONATHAN Iedereen kan zich vergissen, Sire, alleen hij niet!
KATER Al had je me God en de wereld beloofd, Sire
— van die lijke-lekkernij zou ’k geen hap geproefd hebben, en ik verzeker je, dat mijn maag rammelt... .
KONING Ik zal wat anders klaar laten maken.... KATER Niet noodig, Majesteit — ik vind wel wat van
mijn gading----
KONING Ik ben bang, dat ik vannacht na dat gestoorde souper weer geen oog zal dicht doen!
KATER Gaat u rustig slapen, Sire — en bij de oude Egyptenaren, die godinnen met kattekoppen aanbaden, zweer ik u, dat u geen rat zult hooren!.... Waar slaapt Uwe Majesteit?
KONING (linker achterdeur bedoelend). Daar, Angorensis. ... Jij garandeert dus....
KATER Ik garandeer, dat ze het licht van mijn oogen in het donker niet verdragen, en dat Uwe Majesteit morgen zoo frisch als een hoentje zal ontwaken.... KONING.... Ik geloof je, Angorensis — en je weet wat
ik je beloofd heb----
KATER.... De bakkersdochter voor hem....
KONING.... En voor jou wat je maar wil! Goeien nacht
— ik zend een lakei om jullie slaapkamers te wijzen .... Goeien nacht....
KATER... .Slaap lekker, Sire!
JONATHAN.... Aangename nachtrust, Sire....
6 81