HEIJERMANS
handschoenen aan doet, en iedereen met een kluitje in het riet lanceert, blijft hij een fijne geest. Laten wij het met dit minder gunstig type — met een slinger om den arm, probeeren, en laten wij fijne geesten blijven.... (wendt zich tot Kater, die zich met Jonathan heeft bezig gehouden) Pèrdon, meneer Van Angorensis, wij zijn, maar ik zeg het met nadruk, voor uw risico bereid, u aan het Hof te introduceeren. Wilt u ons volgen?
KATER Met genoegen. Hans, laat onmiddellijk inspannen, en pak de medicijnkisten van mijn studeerkamer met den bekwaamsten spoed in. Wij vertrekken binnen tien minuten____
HOFMAARS. Als u van mijn schimmel gebruik wil maken, is u nog eerder aan het Paleis____
KATER Pèrdon, ik moet mijn bagage meenemen. Tot ziens, Excellentie — tot ziens, meneer de Opperhoutvester — tot ziens, meneer de Rentmeester... (Zij buigen met plichtpleging).
37