HEIJERMANS
TWAALFDE TOONEEL
DE VORIGEN HOFMAARSCHALK RENTMEESTER OPPERHOUTVESTER
OPPERHOUTV. Woont hier Jonathan?
RENTM. Meneer Jonathan, wij komen____
HOFMAARS. Pèrdon, heeren, ik heb het woord!...
(tot Kater) Heb ik het genoegen met meneer Jonathan te spréken (Jonathan, in z’n gerafelde
hemdsmouwen en met z'n kapotte kousen, staat bedremmeld in een hoek. Een stilte)) Ik vraag of ik 't buitengewoon genoegen heb met meneer Jonathan te spréken?
KATER (met sierlijken armzwaai) Met wien heb ik het genoegen?
OPPERHOUTV. Ik ben....
RENTM. Wij zijn....
HOFMAARS. Pèrdon, heeren, als we ons niet een weinig aan de étiquette houden, degradeeren we ons tot inferieure wezens.... Meneer Jonathan, ik ben Hofmaarschalk van onzen geëerbiedigden Koning, en we komen hier met een dringend verzoek en een zeer imperatief mandaat! U heeft, om met de deur in huis te vallen, en naar men ons uit de beste bron verzekerde, een buitengewoon-krachtigen kater----
RENTM. Dat beest wouen wij....
OPPERHOUTV. Tegen eiken prijs van u......
HOFMAARS. Pèrdon, heeren, ik moet u nog eens verzoeken aan mij als eersten dignitaris de afwikkeling van deze aangelegenheid over te laten... Meneer Jonathan: is u bereid den kater in quaestie aan Zijne Majesteit te cedeeren — dat wil zeggen tegen meer dan hoog honorarium? Men zeide ons — en ik citeer dat niet, om u te blameeren! — dat u door bijzondere omstandigheden in minder aangename situatie verkeert Geld is voor ons bijzaak____
KATER Pèrdon, ik ben niet te koop....
HOFMAARS. Pèrdon, uw kater____
KATER (met buidel rammelend) Geld is voor ons
bijzaak____
RENTM U kunt eischen wat u wil....
OPPERHOUTV Ongelimiteerd!
3 33