DE WIJZE KATER
TIENDE TOONEEL DE KATER
KATER (in de deuropening) Voor een half uur stond hij op dezelfde plek met 'n bossie bloemen — nou kijk ik haar na met 'n kluit geld.... (zit neer) De mensch is de meest gecompliceerde karnivoor, of is door eigenwijsheid, menschenvrees en menschen-ver-goding gecompliceerd geraakt. Ik geloof, dat ik op weg ben merkwaardige dingen te beleven, Maar ik geloof niet, dat ik langer dan hóógst noodig deze verkleeding onderga, I k heb dus dezen buidel gevonden, Zij was niét hier. Raadselachtig, En om het onmelodieuze gerinkel van wat hierin rammelt, maakt Jonathan het den melkboer lastig, zegt de melkboer: de melk is niet van de koe, maar van mij, schreeuwt de schoenfrik of-ie krolsch is geworden, vloekt de bakker als de papegaai van den schout, wil de een zich van kant maken en staat de ander met zoofn bleek gezicht te draaien en te liegen of ze 'n moot schol van 'n gedekte tafel heeft gemoerd. Raadselachtig, Het beweegt niet, ruikt naar visch nog vleesch, kijkt, hoort niet. Het ziet er leelijk en mal uit en op iederen rand staat: „God zij met ons”! God zij met ons. Wat kan de diepere beteekenis, de wijsgeerige zin, zijn?
30