cobus: HèhèhèL. Ze kenne van jou nou ook zinge, datje zakkies geplakt het -net as Domela-hèhèhèL. Zingt met piepende stem.
Me neefie Geert mot zakkies plakke Hi-ha-ho!
Me neefie Geert...
sa art: ...Mot zakkies plakke!
geert, lachend: Verrek tuig! Die make ’r ’n lolletje van!... kniertje, angstig: Toe, jullie motte niet zo uitgelate zijn. Da’s niet goed.
jo: Ah! Dacht ’k wel! Je ben jarig, hoor!... Neem nou ’n stoel, Saart.
sa art: ’n Stoel?... Knap as jij ’r een... marietje: Ik kan wel staan. saart: Nee-’k zit al. Plakt naast Cobus. cobus: ’k Val ’r haast af-Steek liever je duim in je zitvlak! marietje, bij versufte Simon: Vader!... simon, bot-grommend: Ze motte-ze motte-niet-niet-Da’s vast...
marietje: Kom nou!...
geert : Laat ’m z’n eigen mast overboord zeile! De man hindert toch niet.
simon, suf-gebarend: Jullie motte-jullie motte... marietje, nijdig: Wat mot ’r nou?
simon, mummelend:... Deribhoute...en...en... Stevig. Da’s vast!.. geert. jo. cobus. daantje. saart: Hahahaha! Hahaha!
zevende toneel. De vorigen, Mees
mees: Sallusies!
kniertje, angstig: Ben je alleen? Enne-Barend? mees, goedig: Dat weet ’k niet!
kniertje: Je zou toch samen de bultzakke en de stoppekissies...
33