verlegen triestig-vader kan niet-Jozef kan niet-Hendrik kan niet-die-dat weet u wel-en-en-Geert nou die zit nog altijd in de kast...
clementine: Ja-diè heeft wat ’n schande over jullie gebracht.
barend, wrokkig: Schande... schande...
clementine: Wanneer komt-ie vrij?
barend: Wete we niet...
clementine: Weetje niet?
barend: Zes maande hebbe z’m gegeve-zès maande-maar de voor-arrest ging d’r af-en hoe lang die duurde wete we niet.
vierde toneel. De vorigen, Kniertje
kniertje, door het raam: Dag juffrouw. clementine: Daaaag!
kniertje: Hoe komme de kippe nou los? Kijk de haan nou toch is! Ga je weg sallemander! Kisst! Vort! Jo! JoL. barend: Laat ze maar lope. Ze gaan al vanzelf. kniertje, binnentredend: Da’s ’n geduvel zonder end, juffrouw! Toe steek je pote nou is uit! Motte we weer mot met Arie krijgen?
barend, lijzerig: Dan zalle we mot krijge. Onverschillig af, jaagt buiten de kippen op. kniertje: Dan z&lle we... Zo’n lam stuk jongen mot ’r nog gehore worde... Doodvreter!-Gaat u al weg? clementine: ’k Ben nieuwsgierig wat ’r met de ‘Anna’ gebeurd is.
kniertje: Ja-ik was ook al op weg-maar ’t kon nog zo lang dure-en ’k heb me buik vol van dat wachte op de pier... Is u klaar met ’t portrettere van me broer? clementine: Morgen. Ik wil Barend ook wel is tekenen-zo als ie strakkies binnenkwam met ’n mand hout op z’n schouers. kniertje: Barend? Nou, mijn goed. clementine: Die schijnt hier niet èrg vertroeteld te worden. kniertje, verveeld: Dat mos ’r bijkomme. Vertroeteld! Hoe eerder ’k ’m kwijt ben hoe liever! Door het raam. Jaag ze dan op! Kisst! Kisst!
barend: De haan wordt bang van al dat schreeuwe. kniertje: Dan slacht-ie jou wat! Kisst!
11