EERSTE BEDRIJF.
(Een behaaglijk-gemeubileerd privé-kantoor van twee-plans-diepte. Dadelijk tegen den achterwand, tusschen de twee vensters, een dubbel bureau-ministre. De zonneluiken staan buitenwaarts, naar de zijde eener omrasterde plaats geopend. Bij de overzij-schutting is wat verdord bestoven klimop en ’n gedeelte van ’n spoorwaggon zichtbaar. Rechts in den achterwand eene deur. Om hierdoor binnen te komen, moet men de twee vensters voorbij en vervolgens een gang door, die ook toegang tot kantoorlokalen geeft. Eerste plan links een gloeiende vulkachel met gebogen pijp. Tweede plan dito nog een deur, waarnaast een kleerenstandaard, geheel met jassen en hooge hoeden behangen. Langs de twee plannen rechts een met groen kleed en papieren beleide tafel. Lederen fauteuils daarom heen. Aan de wanden tabellen, spoorkaarten, enz. Ochtend. De ramen weel-derigen in aanplassend licht).
EERSTE TOONEEL.
Baumgarten senior, 1ste Mijnbestuurder, 2de Mijnbestuurder, 1ste Aandeelhouder, 2de Aandeelhouder, Wied, later Kantoorklerk.
Baumgarten (staande aan het hoofd van de tafel, een redevoering besluitend). En daarmee heb ik gezegd, daarmee ben ik aan het slot van mijn beschouwingen, en stel ik nog eens voor tot dadelijke stemming over te gaan! (Zit neer).
lste Aandeelhouder. Jawel! Bravo! (Klapt met geestdrift in de handen). Bravo! Bravo! Volkomen mee eens!
2de Aandeelhouder. Mjjnheer de voorzitter, met uw permissie ...
Baumgarten. Nee waarde heer, nee allervoor-