IIO
De een praat van ’n toekomst-mechien — de ander wil niet hebben dat je ’n bek open doet.... Kruis of munt, wat ? .... Nou ? .... Hier hei-je ’n cent met ’n leeuw en ’n éentje — ’k heb altijd gedacht dat God-zij-met-ons op ’t randje stond !
Jacob. Zal ’t kruis of munt wezen, mannen ?
Stemmen. Vooruit maar ! — Ja ! —- Schiet op !
Gerrit, Nou dan!
Kees. Jij met mijn, Willem?
Willem Smijt maar.... Jezis — wat
mot ’r van me worden.... Kruis!
Jacob. Suscht!
(Kees werpt de cent op. Algemeene stilte. Voortdurend zacht gestamp van de stoommachine. De mannen dringen in een cirkel. Jacob bukt, bekijkt de cent — zoo bij de volgenden).
Jacob. Kruis !.... Da’s böffen !....
Willem (zenuwachtig-bevend). Ben ’k ’r uit ?____
Jacob. Nee, stomkop ! Kées krijgt gedaan ....
Willem Dus.... ik mag blijven ....
Da’s 'n goed ding.... Da's ’n bést ding----