De groote vlucht

07

Vors t. Juist. In de door mij geschonken grondwet — let op grond-wet wordt van Landraad — let op Lan draad — gesproken!

Lasso. Maar nergens van den v r ij e n hemel! De vrijheid der burgerij.. . ,

V^r o r s t. Is naar de maan, meneer van de uiterste linkerzij - is de situatie van parkieten in ’n volière geworden, meneer van de uiterste linkerzij! Daar kunnen jullie over in de wolken zijn ... (verbetert zich driftig)... in je knollentuin, bedoel ik, meneer van de uiterste linkerzij: de toekomst van ons volk ligt op ’t land, op ’t water. Dat daar boven, is de ondergang, de ondergang. . ..

Ii a s s o. Ik moet dus aan de andere leden van de delegatie meedeelen. dat u Josua Hildebrand achter de tralies houdt. . . .

Vorst. Dat kunt u. En als ’t den Landraad niet bevalt, dat ik mijn tralies met tralies beantwoord, dan ontbind ik, meneer van de uiterste linkerzij.

L a s s o. De Landraad voelt, dat dat in de lucht hangt. Met nieuwe verkiezingen, onder deze buitengewone omstandigheden, bewijst de regeering ons ’n dienst. We laten ons niet langer uit de hoogte behandelen 1 (buigt, af).