()i
Vorst. Ah! Ah! Die sinjeur van de uiterste linkerzijde komt of-ie geroepen is! Heb ’k net op ’t oogenblik noodig! (tot lakei) De uiterste linkerzij, de anderen kunnen wachten! (lakei af) De uiterste linkerzij! ’k Ben nieuwsgierig! Wat ze in d’r vuistje zullen gelachen hebben, die drie warhoofden, die drie schreeuwers, die drie raddraaiers, die drie anarchisten, toen ze de publieke orde zoo verstoord zagen! Ah! Ah! Daar zul je de geweldenaar hebben !
ZE V ENDE TOON REL.
Vorst. P 1 u m s, M a r ius. M i 11 i s t e r v a 11 Oorlog, later Lasso.
Minister (in uniform - - forschc verschijning). Uw Hoogheid heeft me laten ontbieden?
V o r s t. Excellentie heeft u bericht uit Berg-stad - over tienduizend van die. .. .
M i n i s t e r Onze gezant, (1 w Hoogheid, heeft
zoo juist geseind, dat het méér dan ’n publiek gerucht, ’n bepaald voornemen, is....
Vorst. En de benoeming in de Kroonorde van dien charlatan?
Minister (glimlachend). Ja, Uw Hoogheid, is ’n feit. ...