het Zijn Majesteit Irenus II behaagd, den heer Josua Hildebrand, den uitvinder der vliegmachine, thans te dezer stede geïnterneerd, tot officier in de gouden Kroonorde te benoemen.”
P 1 n m s. Alle. . . . (een stilte).
Vorst (driftig opstaand). Dat is — dat is -dat is zoo goed als — dat is ’n oorlogsverklaring! Dat strijdt tegen alle usances van de internationale vormen! Tienduizend ven die dingen te bestellen en den kerel, dien i k er voor achter slot en grendel zet, tot officier in de Kroonorde te benoemen, dat is zoo ongehoord, zoo’n klap in m’n gezicht... (schelt driftig).... We zullen zien! ’t Leger, de marine worden onmiddellijk gemobiliseerd! (tot den lakei). De adjudant van dienst! (lakei af).... Daar hebben we, bijna twee maanden, voor in onrust geleefd, ik en de weldenkende burgerij — ik en degeen, die ’n huislijken haard te verdedigen hadden - daar hebben we ons nacht en dag op de daken en op de balkons en aan de vensters voor moeten laten bewaken — als apen, als apen, mijne heeren! daar slapen we voor in de kelders, in de kelders! • en daar stelt onze naijverige buurman, vol afgunst op den bloei van mijn handel, mijn industrie, zich partij voor gespuis, dat zich buiten wet en orde, politie-voorschriften, begane wegen en verkeers-reglementen