Lu kei. Uw Hoogheid, heeft me nog geen tegenbevelen gegeven — ik dacht dat Uw Hoogheid de bobbels nog eens wou zien. .. .
V o 1* s t. Ben jij dol geworden ! Weg met je vergroeiden rommel! Je vest aan — je rok aan — en voortaan geen halfhemdjes! ... En geen losse manchetten! Manchetten, hahaha! Als ’n oerang-oetan stond-ie ’r mee te goochelen, hahaha!... Oei! Oei! Je arm, meester! Ze hebben m’n eersten dagje zon vergald! (er valt een prop. Hij dreigt verwoed met zijn stok naar den hemel). Bandieten ! ... Bandieten l ... (wijst naar de buste op den piëdestal).... Bij de nagedachtenis van mijn vader, die zijn leven voor ’t vaderland liet, bij de urn van mijn vader we zullen zien, we zullen zien!
W a 1 d e m a r (hem voor dc tree van het terras waarschuwend). Wees u voorzichtig. Hoogheid.
V o r s t. Dank u, Eerwaarde. En dat van die jas aan 1t kruis zal ernstig onderzocht worden. (weer omhoog kijkend), ’t Laatste woord is nog niet gesproken, aard wurm en!
W a l d e m a r. Ik dank God, dat Uw Hoogheid weer beter is, dat ze zullen voelen, dat ’t gouvernement nog niet vleugellam is.. ..
Vorst. Eerwaarde, van vandaag af, vanaf dit