V o r s I (tol kommandant). Uw plicht! De vader die de helsche machine uitvond en z’n zoon — allebei!
Hildebrand, M’n zoo’n? M’n zoon? Uw Hoogheid, dat is ’n vergissing. . . .
K o iri rn a n d a n t (hem delf tig in de rede vallend[).. . . Vergissing of geen vergissing, on middellijk mee!
H i l d e b r a n d. Of u ons achter de tralies laat zetten, Uw Hoogheid — kan ’t vliegen niet meer tegenhouden: ’r zijn al over de duizend machines, enkel in de hofstad, afgeleverd. . . .
K ommandant. In gerukt!
I d a. Nou vader, daar zijn we letterlijk leelijk ingevlogen.
V 1 u m s. Vooruit, kwajongen !
Hildebrand. Uw Hoogheid, mag’k niet nog even, desnoods onder geleide, naar m’n huis toe, om orde op de zaken te stellen? ’t (las in m’n laboratorium brandt nog... .
V o r s t. Denk ’r niet aan !
I d a. Vader, dat zal ’n gasrekeningetje worden. . ..