u
wijzen ’t, Hoogheid! Hier langs de ruggegraat belanden we bij ’t vergroeide staartbeen. .. .
Vorst. Hahaha! Kostelijk! Fameus 1 ... Jammer dat ze ’r niet meer zijn! ... Zou je flatteeren, Plums, hahaha! ... En meester Marius, aan ’t kwispelstaarten — kwispelstaarten, hahaha! ’k lach me de tranen in m’n oogen! — aan ’t kwispelstaarten bij ’n verhooging van z’n traktement! .. . Kapitaal.... (ineens uit z’n humeur'tot Hildebrand) Wij zijn jouw dupes niet, zonderlinge rakker! Onmiddellijk op water en brood, kommandant! En die zoon van je — die kwajongen, voor ’n jaar in de kazerne, in plaats van ’r op! . . .
Hildebrand. M’n dochter, Uw Hoogheid. . . .
Vorst.... Je dochter gaat naar ’n verbete-ringsgesticht....
Hildebrand.... Ik dacht, dat Uw Hoogheid, die zoo vooruitstrevend was ons ’n grondwet toe te staan....
Vorst (gebelgd). ... ’n Gron d- wet — geen L u c h t-wet!
H i 1 d e b r and.... Ik dacht, Hoogheid, dat u ’t juist vorstelijk zou beloonen, hoe ik ten koste van ’n telkens weer verminkt lichaam, de vraag heb opgelost, om ’n mensch lichter dan lucht te laten zijn.. . ,