125
Hildebrand (buigend). Hildebrand van de vliegmachine.
Minister (tot Marius).... Wil u mij. .. ?
M a r i u s. Zijn Excellentie, de Minister van Oorlog — onze wakkere landgenoot, mijnheer Hildebrand — adjudant Arndt.
Hildebrand. Aangenaam (met bedoelen Lasso voor te stellen).... Mijn vriend. . ..
Minister (lief). Wel meneer Lasso, wrat is dat ’n ongemeen genoegen — zoo kort nog na vanmiddag, nietwaar? (zeer hoffelijk) Mijnheer Hildebrand, ik acht het een voorrecht.. . .
I d a (hem voorzichtig op den schouder tikkend).... ’t Loopt ’r met straaltjes af, meneer de minister — je krijgt ’t ’r moeilijk uit. . . .
Minister (voor het kaarsvet uitwijkend).
Dank u zeer, dame Heel-origineele verlichting____
Mijnheer Hildebrand — het is me een eer u persoonlijk geluk te wenschen met de hooge onderscheiding. Door kortzichtige raadgevers voorgelicht, heeft Zijn Lloogheid u misschien eenige onaangename weken bezorgd, hetgeen Zijn Hoogheid ten zeerste betreurt, maar de loyale wijze waarop Zijn Hoogheid ten aanschouwe van ieder, de vergissing herstelt, zal bij u, naar wij hopen, geen rancune