Allerzielen

Titel
Allerzielen

Jaar
1915

Pagina's
134



Van Dalen. Dat weet meneer de pastoor wel beter. Ik zeg wat de veldwachter zeit. En die liegt nie, da’s vast!.... In de herberge zinge ze liedjes, gemeene liedjes. Wij hebbe d’r al op los wille slaan — je heit geen vat — En — en ze hèbbe geen ongelijk. As u vóóruit had gewete, wie d’r voor je deur lag — as u ’t rapport had geleze — nou — dan ha je niks angehaald — dan ha je onze gemeente ’n hééle boel bespaard....

Nansen. Dat had ’k niet. Als iemand op sterven ligt, help je, ook al was-ie de grootste misdadiger

en ’n vrouw in barensnood, die niet verder kan____

Ga gerust naar huis, Van Dalen. Je heb zelf ’n braaf wijf èn kinderen. Denk an de uren, toen je vrouw in de kraam lei en de dokter me liet waarschuwen, omdat-ie geloofde.... Toen heb jij in wanhoop staan huilen en bidden — God heeft r’ ’t leven gelaten. Hoe durf jij dan bezwaren hebben, dat ik ’n ongelukkige in denzelfden toestand opneem ?

Van Dalen. Ik zeg niks. De andere lappen ’t ’m.

Nansen. ’t Is goed. Die anderen vind ’k later. Overmorgen spreek ’k, spreek ’k stellig. Ga nou maar, iyrindelyker). En als je me weer ontmoet, kijk dan ’n beetje — me zónden — door de vingers. Wil je ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.