64
ZESDE TOONEEL.
Mari. Martha. Frans.
Frans. En mag ’k nu even ? . .. (wijst naar de voorste deur).
Mari. Ben jij daar Martha — en jij ? .. .
Martha. Wat zie je bleek — scheelt ’r iets aan?
Mari. Heb je wat te drinken? — ’k Geloof dat
’k koorts heb — of, of — ’n gevoel of alles met me ronddraait...
Martha. ’n Glas wijn met water ?
Mari. Goed. Goed. (blaast) ’k Ben op me stoel in slaap gevallen, als ’n ös — Als jullie de deur gebombardeerd hadden ...
Martha (een flesch wijn op tafel zettend). O ! — Heeft u geslapen ? — Wonder dat ’k geen antwoord kreeg — daar maakte mama zich bezorgd over, hahaha!...
Mari. Laat ’t water maar — (schenkt zich een glas in). Hè!
Martha. En wil je ontbijten? .. .
Mari. Nee — ’k zou niet kunnen.
Martha. Mari-tje, je maakt je heelemaal ziek ...
Mari. ’k Geloof dat ’k ’t ben — nee, niet