6
met z’n wijsvinger slaande, interrumpeert zich, praat opnieuw lievig) ... Piete-dan! — Nou dan Piet!... (vervolgt harder het fluitlied).
Mari (driftig de deur openend, met den strijkstok dreigend). Ruk uit! 'Hou je bek! (smijt de deur toe. Pieper blijft even onbewegelijk, loopt op de teenen ' naar een stoel. De cel zet na een paar woeste streken preludeerend in).
Mevrouw Stam (van links). Mari...
Pieper. Sst! .. . Sst, mevrouw ! . .
Mevrouw Stam (luistert knorrig, wil de kruk omdraaien, aarzelt, schudt kregel het hoofd, kijkt rond) ... Heb jij die voeten meegebracht?
Pieper (ontkennend). Die stinge d’r al.
Mevrouw Stam. As je weer binnenkomt, dan trek-ie je schoenen maar uit, hoor? Op de mat, hoor?... (af),
Mari (uit z’n humeur tot Pieper). .. .Wie was daar? Wat donder je toch, vanmorgen!
Pieper. Mevrouw was hier, luint.
Mari (nerveus). Wie? Welke mevrouw?
Pieper. Mama, luint,
Mari (driftig den strijkstok op tafel smijtend)t Voortaan ... Voortaan ... Haal de jalouzie op.