47
Mevrouw Stam (timiede) Als je ’t goedvindt — wou ’k even kloppen — (geen antwoord — zij dremmelt heen).
Martha. — Paatje — (een stilte). — Paatje, ’k wou u wat vragen (een stilte). — Paatje, wat is ’r voorgevallen, vanmorgen?
Stam. Vraag naar de bekende weg...
Martha... De bekende weg ? ... J ullie doen éven geheimzinnig — je laat me vragen en praten. — Waarom, waarom heeft-ie dienst geweigerd? ’t Moet toch ’n reden hebben (een stilte). O, ’t is meer dan erg dat ik ’r buiten gehouen word als ’n kind (begint te schreien).
Stam (na een wrokkig zwijgen). Je papa — die ’m zélf kamerarrest heeft gegeven — kan je béter inlichten. — Ik sta ’r buiten — God gat dat ’k ’t nooit beleefd had — dat op Paja Bakoeng de slag raak was geweest. ..
Martha. Toe, zeg zulke dingen niet.. .
Stam... Had ’k óóit kunnen denken (naar het wapenrek wijzend) — toen me de eersesabel in ’t carré werd uitgereikt — dat twee jaar later me ééne zoon (nijdig het hoofd rukkend zwijgt hij — trappelt driftig met den voet) — tien jaar later hij ... Als je de Militaire Willemsorde krijgt, zweer