De sloopers breken, maar hoog-ongebroken Bouwen daar de drie trotsche Synagogen Aan 't Plein, waar weidsch de zomer is ontloken. En de ochtendzon brandt door de boomenbogen, Wanneer de vromen opgaan ten gebede.
En de avond daalt met zijnen kalmen vrede Bij ’t zonnig licht van ster en zilvermaan, Wanneer zij weer ten nachtgebede gaan.