gebundeld en gepubliceerd en die terstond door alle kenners werden ‘geproefd’ als iets bijzonders; vóór allen door Busken Huet.
Eerste en laatste deel uit een brief van 11 december 1864:
Lieve Vader en Moeke!
Van dag tot dag heb ik het schryven uitgesteld, omdat ik telkens hoopte U de eindbeslissing mee te kunnen deelen. Vandaag heeft die ons eindelyk uit de spanning en onrust van zeven weken verlost. Een telegram van Pa Lugt berigtte ons: alles in orde op zeer ruime en royale voys. Ik moet nu deze week reeds vertrekken en wel naar Are ach on, een zeeplaats je 2 uur sporens zuidelyker dan Bordeaux — Jo zal in het voorjaar my volgen. Hoe gaarne zou ik u nog zien vóór myn vertrek, maar ik mag geen zeereis wagen en durf van u niet vragen,„dat gy komen zult. Welligt is het ook het best, aandoening te vermyden; myn zenuwgestel heeft toch door de onzekerheid der laatste weken reeds veel geleden, zoodat ik my soms maar met moeite goed kan houden. Goddank, het zwaarste is welligt voorby en alles met alles genomen, heb ik een gezegenden verjaardag.
Het afscheid van myne dierbaren zal my ontzettend veel nog kosten. Maar kracht komt naar kruis. De mensch wint by de smart; en de vreugde van onze smarten zyn niet de minst zuivere en reine.
— Dank voor Vaders bemoedigenden en moedigen
85