VOORAF
Toen mijn vrouw en ik maart 1976 besloten tot de uitgave van Diasporade / Een reeks alternatieve joodse cahiers, lag de keuze van nummer I reeds vast. Zo verscheen in een oplaag van 200 gestencilde exemplaren J.K. Rensburg / Een joodse graalzoeker.
Nadat Simon Carmiggelt, die een exemplaar in de binnenstad van Amsterdam bemachtigde, in Het Parool van 30 juni daaraan een enthousiaste recensie had gewijd, was het pleit binnen ruim een dag beslecht. Aan de talloze aanvragen die ons sedertdien bereikten, konden wij niet tegemoet komen. Valt een herdruk buiten onze principes, een her-editie die in dit geval noodzakelijk ware geweest, valt eenvoudig buiten onze mogelijkheden.
Het is daarom, dat wij verheugd waren dat de redactie van De Engelbewaarder van harte bereid bleek het essay in haar reeks op te nemen, aangevuld met foto’s, illustraties en werk van Rensburg: de Sonnetten van Piet Lut en Het zwijn.
De nagedachtenis aan Rensburg verkrijgt op deze wijze de dimensie waarop hij recht heeft, in het editoriale klimaat dat bij hem past.
Heemstede, 22 december 1980 Jaap Meijer
Bij het overnemen van brieffragmenten en gedrukte teksten van Rensburg is consequent diens eigengereide spelling aangehouden, mét alle inconsequenties.
7