Het verdwenen Ghetto

Titel
Het verdwenen Ghetto

Jaar
1978

Pagina's
162



mann: „kapitaalkracht en offervaardigheid, durf en cultuur” — waarlijk dit waren de componenten der Amsterdamse Marranen.

Stap voor stap gaan we nu verder. De hoge vensters — vroeger glas in lood gevat — kijken ons aan als grote, trouwe ogen. Twee en zeventig in getal beschrijven zij Gods enige naam. Late herinnering aan Joodse mystiek, in deze Gemeente zo hevig doorleefd. De wanden — vroeger op feestdagen behangen met de 184,5 el goudleder, thans helaas verdwenen — doemen droef donker op als reuzen uit oude tijd.

Bij de Theba houden wij halt, dit meesterstuk van meubelkunst, eveneens van Jaracanda-hout vervaardigd. Dan wijs ik U van hieruit de twee ingangen aan Zuid- en Noordzijde. De laatste door de Parnassiembank afgesloten — de eerste slechts bij buitengewone gelegenheden in gebruik.

U volgt mij daarheen. In gedachten zien wij Gazzan J. D. Blanes staande voor het zilveren Chanoekilje. Wat zegt U mijn woord, vervuld als gij zijt — ieder — van persoonlijke herinne-ring.

Op de grond een luik. Een trap voert naar beneden. Tegen, de muur bevindt zich hier een soort eilandje. Daaraan vastgemeerd een bootje, waarmede men onder het gebouw kan varen. Want de grondvesten staan in stromend water. Wonderlijke constructie. Bijna legendarisch verhaal — fluisterend verder verteld in de schemering, als de werkelijkheid vervaagt en historie in sprookje verkeert.

Dan door het hek — voorzien van kandelaars — naar het He-chal. Vijf deuren van voren en twee ter zijde.

Boven de middeldeur, tussen twee kolommen, de figuur van een vogel, door de natuur daarin gevormd. Vogel — symbool van vrije wiekslag —- van vleugelen der tijd. Van gekooid zijn. En gewond.

Wij staan voor de twee prachtige — met gobelins beklede — canapé’s — bestemd voor de Bruidegoms der Wet. In 1742 namens een onbekende geschonken. Ook zij waren verdwenen. Ergens in Duitsland aangeland bij een boer. Toen zij werden opgespoord, toonde deze zich nauwelijks teleurgesteld. „Want zij waren zo hard om op te slapen,”.

Door het andere hek gaan we nu terug. Doch niet, voordat ik U heb gewezen op het schip met zijn 20 banken, aan het einde waarvan zich — vlak bij de plaats van de Chagam — de plaatsen bevinden van de „filhos de velhos” — de zonen der ouden. Kinderen en kleinkinderen van het eens zo machtige patriciaat. Uit de dagen, toen talloze Snogeiro’s hier bezoekers waren en gapende lege Gaveta’s ongekend.

63

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.