Het verdwenen Ghetto

Titel
Het verdwenen Ghetto

Jaar
1978

Pagina's
162



schoeisel. Wij naderen de Joodse wereld omstreeks 1650. Die „sidderende” tijd.

Meester Rembrandt woonde er 20 jaren. En beleefde er geluk en smart. In 1639 kocht hij het grote herenhuis voor ƒ 13.000.

„In manieren naevolgende .... bekent Sr. Rembrandts Harmansz. gecoft te hebben een huys en erve aen de Suytzijde van de Bree-straat, wesende het tweede huys buytenwaerts van de St. Toonis-sluys belent aen de Oostzijde Salvadoor Rodriges en aen de West-sijde Nicolaes Elias . . . .”

Aldus het begin van de simpele koopacte. Het begin ook van vele legenden.11)

Rembrandts buren

Vaz Dias heeft minutieus de Joden Breestraat onderzocht, o.m. aan de hand van het Kohier der 200ste penning uit 1631. Beter gezegd: de Breestraat, want het predicaat „Joden” was daaraan nog niet toegevoegd. Rembrandt woonde hier sinds datzelfde jaar hij Hendrik van Uylenburg, alwaar hij Saskia ontmoette met wie hij vier jaar later huwde.

In het hoekhuis bij de sluis woonde Daniël Pinto, die dat in 1645 gekocht had van de schilder Nicolaas Elias. Pinto, in 1675 parnas, was handelaar op de Levant, en deed zaken in tabak.

Wie iets meevoelt van de dolle deiningen der Sabbattai-Tswi-beweging uit 1666 zal vóór alles begrip moeten krijgen van de eeuwenlange handelsrelaties tussen, Amsterdam en Smyrna. Hier liggen sociaal-economische aanknopingspunten, die het leven der Amsterdamse Sefardiem hebben bepaald.

Pinto dus was Rembrandt’s directe buurman. Het is gebleken - .. . door een burenruzie.

Schilder contra koopman

Op 9 Februari 1654 wordt voor Notaris Benedictus Baddel een verklaring afgelegd, waaruit blijkt, dat zowel aan het huis van Daniël, als aan dat van de schilder een verbouwing heeft plaats gehad. Doch eveneens, dat Rembrandt het hout, dat voor zijn huis was gehaald en gebruikt, op rekening van Pinto had laten schrijven.

Op de stoep van zijn woning, wij staan thans ter plaatse, duwt Daniël de rekening onder de neus van de houtkoper Pieter Pieter-sen, die subiet reageert: „hij had daarmede niet te doen, hij kende niemand anders dan Pinto en begeerde geen geld bij Rembrandt te halen. Daarom had hij alles onder malkander op zijn rekening

11) Naar M. Muller. De etsen van Rembrandt, 1946, pag. 14.

*2) A. M. Vaz Diaz in V.A. VII, 28 en 29, Wie waren R’s buren en in V.A. VIII, 34 R. en zijn Port. buurtgenoten.

105

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.