Tabel 3g (vraag 10)
Leest U het N.I.W.? wel eens 44
regelmatig 59 nooit 89
Tabel 40
(vraag 13)
Bent U lid van een kerkgenootschap oj geestelijke groepering?
nee
101-48%
n.i.h.s. (Joodse gemeente)
87-41%
Portugese gemeente
5- 2%
Liberale gemeente
00
1
■vO
0^
Humanistisch Verbond
5- 2%
Christelijk Genootschap
3- 1%
anderszins
3- 1%
Voor de oorlog was de overgrote meerderheid van de Nederlandse Joden lid van een van de beide traditionele gemeenten: de Nederlands-Israëlitiesche Hoofd Synagoge of de Portugese gemeente. Beide zijn wat de eredienst betreft volledig orthodox. Het verschil tussen beide gemeenten ligt in de landen van herkomst van de leden: het Iberische schiereiland of elders in Europa, en de daarmede samenhangende verschillen in de uitspraak van het Hebreeuws en in de details van de eredienst. De liberale gemeente in Amsterdam bestond voor de oorlog bijna uitsluitend uit refugié’s uit het nazi-Duitsland. Na de oorlog werd de liberale gemeente ook aantrekkelijker voor de Nederlandse Joden, gedeeltelijk uit ideologische motieven, gedeeltelijk door de soepeler instelling van deze gemeente ten opzichte van het gemengde huwelijk en tenslotte door de werfkracht van de huidige rabbijn van deze gemeente. Nochtans heeft de „Joodse Gemeente” nog steeds veruit het hoogste ledental. Hierbij moet nog worden opgemerkt dat de vraag is geweest of men zich beschouwde als lid van een kerkgenootschap en niet of men hierbij officieel ingeschreven stond. Zoals uit onderstaande cross-tabel blijkt is bij geen der belangrijke Joodse geloofspunten een meerderheid gelovig te noemen1.
1 Men vergelijke dit met de opmerking die J. P. Kruijt maakte in 1933 in „De On-
74