De joden in Amsterdam

Titel
De joden in Amsterdam

Jaar
1967

Druk
1967

Overig
1ed 1967

Pagina's
185



Mevrouw Roland merkte bij haar „Du Ghetto à l’Occident” op dat bij de door haar onderzochte groep Parijse Joden de besnijdenis nog practisch zonder uitzondering

Ondanks het traditieverval onderscheidt zich de Joodse groep nog in vele punten van haar niet-Joodse omgeving. Wij noemen hier de beroepskeuze1. De helft der Amsterdamse Joden vindt men in drie beroepen: in textiel, juwelen en in intellectuele beroepen. Meer dan de helft leest het Nieuw Israëlietisch Weekblad (vraag 10), meer dan de helft eet geen (vraag 2 o) varkensvlees in huis (meest voorkomende rationalisatie: „ik lust het niet”, „ik krijg er puistjes van”, „het is slecht voor mijn gezondheid”), de helft is lid van een of ander Joods kerkgenootschap (de meesten om andere dan godsdienstige redenen; slechts i$% ziet de Joodse groep als een kerkgenootschap (vraag 36), nog geen 25% gelooft in de belangrijkste Joodse geloofspunten (vraag 67). Nog steeds laten twee op de drie Joden hun mannelijke kinderen besnijden. Men heeft daar dan weer een rationalisatie voor, die aanvaardbaar is voor de niet-Joodse wereld, n.1. de hygiëne, een der grootste waarden in de Westerse maatschappij.

Tabel 32. Wat acht U de redenen van de besnijdenis? (vraag 68) hygiëne    1^8    identificatie    41

Hebreeuwse letters lezen (dus geen tekst begrijpen, maar alleen het oplezen) kon slechts een derde der ondervraagden en dat nog maar volgens eigen zeggen (vraag £2). Dit betekent dat de andere twee derde onmogelijk enig diepgaand contact kunnen hebben met de cultuur van het Joodse verleden of met de staat Israël en zelfs geen synagoge-dienst kunnen volgen2. Men moet hierbij bedenken dat de Joodse

1    Over de werkzaamheid van Joden in specifieke Joodse beroepen; zie het artikel van Dr. J. P. Kruijt: „Het Jodendom in de Nederlandse samenleving” in „Anti-Semi-tisme en Jodendom”, onder redactie van prof. Pos Arnhem, 1939.

2    In de voorlopige tekst van de enquête stond ook een vraag betreffende de attitude van de geïnterviewden ten opzichte van de Talmud. Deze vraag kon echter niet worden gehandhaafd, omdat de proefgeënquêteerden grotendeels niet wisten wat de Talmud was. Men bedenke hierbij dat het hier gaat om een werk waar in feite het gehele rabbijnse Jodendom op gebouwd is. Nog enkele generaties terug werd het tenminste eenmaal per week door iedere Joodse man bestudeerd.

70

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.