VERGEEFS ONTWAKEN
Vergeefs ontwaken is haar deel, niet opstaan kunnen en nog heel een wereld lijden die de nacht meedogenloos heeft omgebracht.
Nooit daagt er een begrenzing meer, het licht stroomt in haar ogen neer als gloeiend water; aan haar handen komen de dingen zich verbranden.
Gij die daar staat met uw bestaan op sterke schouders die zich aan de wereld willig onderschikken, kunt haar niet in de ogen blikken.
Uw durf is angst voor het gericht dat achter alle grenzen ligt; haar nood is hartstocht die het leven tot woedend minnen heeft gedreven.
Zij gaat te gronde aan haar minne, gij laat dit tot uw oog niet binnen, maar wendt u naar een horizont, waar u genade wordt verkond.