De rattenvanger

Titel
De rattenvanger

Jaar
1939

Overig
poezie

Pagina's
24



Het kerkhof bloeide onder zware linden, wier kruin zich naar de dooden overboog, en als de wind de bladeren bewoog, klonken de stemmen weer van de beminden, die, op een stillen morgen uitgedragen, en aan de goede aarde toevertrouwd, het leven leidden, dat den zin ontvouwt, waarvan in dr o omen soms een zwak gewagen waarneembaar is, het ruischen van een lied, dat sterfelijken altijd blijft verlokken, totdat de droom voor eeuwig is voltrokken en de genade over hen gebiedt.

Zoo had het duizend jaren kunnen duren, want elk geslacht verwekt een nieuw geslacht en legt zich aan de aarde en verwacht uit stilte diepen slaap te zullen puren.

De jongeren beminnen nog het licht, maar op hun beurt gaan zij zich overgeven aan de vertroosting van een ander leven en wenden naar den hemel het gezicht.

En eens zou alles wel voorgoed verscheiden: de stilte wordt te machtig, langzaam dooft het hart, dat in zijn eeuwigheid gelooft.

Een stad van dooden zou den morgen beiden.

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.