MAURITS MOK (1907) heeft in ‘Achterwegen’ een aantal merendeels korte gedichten gebundeld, waarin het accent valt op de gewaarwordingen die het ouder worden bij hem oproept.
Stilte en eenzaamheid leggen allengs beslag op hem, maar het slotgedicht, tevens titelgedicht, verwijst naar komende generaties.
In de reeks ‘In de Fazantenhof’ zijn verschenen:
‘De vijver was wit van de vissen’ van Johan van Nieuwenhuizen, ‘Enkele gedachten bij eenvoudige vriendschappen’ door Theo Festen,
‘Bij nader inzien’ van Cor Stutvoet.
In voorbereiding zijn Fragmenten uit ‘Plain chant’ van Jean Cocteau en gedichten van Rainer Maria Rilke, beide in vertaling van Theo Festen.
Verder is in bewerking een vertaling van een keuze uit de gedichten van de Duitse dichteres Rotraud Wieland.
‘In de Fazantenhof’ is een uitgave van De Oude Degel Fazantenhof 130 3755 EK Eemnes