Dood water
Mijn vader die opstaat.
Schaduw beweegt met hem mee.
Het lamplicht blijft achter.
De kamerdeur snijdt zijn verdwijnen af.
Ik voel de winternacht rondom zijn lichaam sluiten. Daarna loopt hij tegen stilstaand water in.
Ik volg hem nog als hij al lang in het onzichtbare is opgelost en moeder eindelijk de koudgeworden schalen op het dienblad zet.
Ik vouw het tafellaken, een bevlekte vlag, en leg het weg. Nooit meer zal deze avond er zijn. Nooit meer zal ik dood water zo dicht om een mens zien staan.