Verloren droomen

Titel
Verloren droomen

Jaar
1939

Overig
poezie

Pagina's
92



VERLOREN DROOMEN

De groote droom der góden dwarrelt leeg, en in de harten gaat de gloed vervalen; er is geen hemel dan die eeuwig zweeg, wegwijkend voor den hartstocht der verhalen.

En wie naar driften haakt, hij vindt er geene dan de ontzegging, het verschrikt versteenen; hersenen die hun duister niet volbrengen, waarin de naglans blijft, het doode zengen.

De groote droomen sterven; die gelooven kunnen niet rusten, hun bezinning vraagt naar teekenen, zij komen niet te boven de wanhoop, die hun zekerheid belaagt.

Om wat te vinden zijn zij uitgetogen?

Geen waarheid in een mensch kan houden stand, zij worden onder het gewicht gebogen van het begriplooze, dat overspant

hun drijven, en zoo moeten zij wel spreken van het genaderijke, met den gloed die achterbleef in het verloomde bloed, nooit reikend tot een godsvertrouwend smeeken.

Dit alles is voorbij — de wind regeert

over de hemelen en over harten;

geen nacht die van een hart zijn wanhoop keert,

zij zijn voldronken van het eeuwig zwarte.

5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.