Kinderstemmen
De kinderen kwamen thuis.
Het was stormig. Ik hoorde de zee door de hemel gaan.
Een vlaag jonge warmte
streek mij aan. Ik ging terug
naar mijn kloppen op dovemans deuren.
Onder het groeiende geweld verwilderde mijn taal en zakte weg tot stamelen en zwijgen.
Ik stond op, bleef wachten en hoorde kinderstemmen uitstijgen boven de wind.
18