Mond van een mens
Mond van een mens, getande vrucht die zich geen dood kan eten aan het leven, immer bereid zijn bloed te geven: de ruimte bijt hem blindelings terug.
Stom tweegevecht zonder getuigen.
De lucht wordt aldoor witter, aan de rand der aarde opent zich de wind; langzaam en niet te stuiten zuigt hij het uitgebeten vlees tegen zich aan. De lippen blijven rauw van lust, de stem zegt hees: liefde, morgenuur - alles wat voorbij en ongeschapen is. De luchten worden van steen, het lijf een dorre tak. Alleen de mond kan niet bedaren.
7