DE EZEL
Een ezel waande zich verloren: zijn staart bleek plotseling bevroren, die, naar hij altijd had gemeend, hem zoveel luister had verleend.
Hoe heftig hij zich ook vermande en al zijn achterspieren spande, hij kon maar niet naar ezelsaard zich uiten in gekwispelstaart.
Wanhopig wilde hij gaan balken, doch kon niet eens zijn kaken spalken. En toen begreep de ezel pas dat hij geheel van suiker was.