HET SCHILDERIJ
Twee appels op een schilderij lagen tevreden zij aan zij.
Maar eensklaps kwam er een meneer en schilderde daarnaast een peer.
De appels, met een felle blos, rukten zich van het linnen los.
Zij lagen liever in het slijk dan naast een vreemdeling te kijk.
Geduldig bukte zich de heer en legde hen weer naast de peer.
’Moraal en orde schijnen zoek, ’ zo sprak hij zuchtend tot het doek.
Waarop vertoornd het schilderij:
’Als ’t weer gebeurt, verhang ik mij. ’
37