METAMORFOSE
De heer Van Beer is onder de douche naar zijn natuur een weinig louche. Naarmate hij zich echter kleedt, wordt hij tot achtbaarheid hersmeed.
Alreeds in hemd en onderbroek raakt iets van zijn essentie zoek, maar bij een boord met vlinderdas verloochent zich geheel zijn ras.
Tenslotte brengt een stijve dop hem naar de sociale top, waar hij vrijmoedig rond kan gaan, als had er nooit een douche bestaan.
13