DORP IN DE VERTE
Dorp in de verte, rustend tegen een uitgebloeide hemel.
Tussen dromen en weten loop ik het tegemoet, wandelaar over stilstaand water.
Sterren en zee zijn geblust.
Zout op de lippen smaakt naar onherstelbaarheid.
Huizen waar niemand aanklopt sterven van binnenuit, dragen geen merkteken meer, hebben elkaar niet gekend.
Enkel een mens moet nog gaan, losraken uit zijn gedachten, wegzinken in de grond van zijn herinnering.
22