Gewijde liederen

Titel
Gewijde liederen

Jaar
1926

Pagina's
64



VERLOSSING

De sterken en de zwakken zijn in uwen band,

de schoonen, en de lupus ingebeetnen de Thorawijzen en de dolbezeetnen de onnuts en de fijne kunstenarenhand.

Wij zijn als appeltjes aan eenen boom, wij zijn als grasjes op eindelooze weide,

’n avondwind duwt neer, bij deinen, loom,

'n hak drukt neer

het fijn en groen gespreide.

Maar in ons hart,

dat het 'n orgel zij!

dat het 'n vedel zij

vol liederende snaren

wij zijn in U van eene makelij

en bidden, dat g’Uw licht

in ons wezen wilt bewaren.

62

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.