Wet en Leven Leven Wet: dat is 't feest van ’t woordverschijnen, eeuwig volgt het eeuwig zingt het loovend ééne naam, de Zijne.
Wat uw ziel en hart behoedde,
wat uw geest beleven mag, wat verknauwend in U bloedde, wat uw droomenoog blij zag
Alles vindt zijn wet en regel,
alles vindt zijn woord en plaats.
Liefde, misdaad, valsch geraas, heeft zijn vlam die het ontzegel.
25