HEEFT JE MOEDER OPGESPEELD?
Heeft je moeder opgespeeld? heeft ze met de tang geslagen? mag je geen nekvlokjes dragen?
’t halsje niet naar Evaas beeld.
Knipte zij het lokje af?
lei ze om het rosé halsje
met ’n boozen grijns en „als je!”
’t zijden doekje strak en straf.
Och laat oude moeder gieren, morgen is het zonnedag, morgen gaan wij Zondag vieren.
In het koren zal ik plooien ’t zijden doekje naar omlaag en je lokjes als ’n kraag zal ik om je nekje gooien.
In het koren zal ik kussen al de traantjes uit je oogen, zal het wangetje wel drogen bij het in mijn armen sussen.
Laat de oude moeder gieren, morgen is het zonnedag, morgen gaan wij Zondag vieren.
En de leeuwrik om zijn eitjes zal wel zingen voor ons twee, korenbloem en zonnezee zal dan blinken voor ons beidjes.
En 'n krekel en ’n sprinkhaan en 'n worm of roode mier klikken mensch noch kind ’n zier wat wij doen, of wat wij gaan.